Pijn

9. Pijn

Het doet zo’n ongelofelijke pijn
Als twee geliefden niet bij machte zijn
Elkaar vast te houden en niet los te laten
‘t Doet zo’n ongelofelijke pijn

Ik zie je bij het venster staan
Je lijkt verdoofd
Je staart me aan
Wat heb ik jou toch aangedaan?

Het ene woord lokt snel het andere uit
Een woord te veel, een woord te luid
Elkaar verwijten maken en de strijd nooit staken
‘t Doet zo’n ongelofelijke pijn

Dan zeg je dat je mij verlaat
Ik protesteer
Het is te laat
Ik hoor dat je de deur dichtslaat

Het doet zo’n ongelofelijke pijn
Als twee geliefden niet bij machte zijn
Elkaar vast te houden en niet los te laten
‘t Doet zo’n ongelofelijke pijn