8. Weet ik wel wie je bent
Weet ik wel wie je bent?
Met wie deel ik mijn leven?
Het antwoord op die vraag
Het is mij niet gegeven
Niets van jou is mij vreemd
Ik lees zelfs je gedachten
En weet steeds wat je wilt
En wat ik kan verwachten
Toch is er iets in jou
Waar ‘k niet schijn bij te mogen
Al kijk ik nog zo lang
In ’t donker van je ogen
Te weten wie je bent?
Ik moet die vraag vergeten
Daar ik niet zeker ben
Dat van mijzelf te weten
Je kijkt mij peinzend aan
Je zoekt iets in mijn ogen…
Ach, als ik eerlijk ben
Is ’t goed dat ik beken
Ook jou wordt nooit gegund
Te weten wie ik ben…