4. Meisje, meisje
Ik zag haar op het Zuiderstrand
Ze lag te slapen in het zand
Toen ze zo’n beetje was verbrand
Ben ‘k naar haar toegegaan
‘Heb jij je wel goed ingevet
Beschermingsfactor 30-met?
Of wil je niet dat ik je red?’
Ze keek me dankbaar aan
Meisje, meisje
Wat ging het gauw
Jij moest voor mij zijn
En ik voor jou!
We staarden zwijgend naar elkaar
En streelden zacht elkanders haar
Al gaat een eeuwigheid voorbij
Ik blijf van jou
En jij van mij
Haar ouders waren welgesteld
Maar nogal gierig met hun geld
Ik moest op zoek gaan naar een baan
Had ik nog nooit gedaan
Ze wilden een groots huwelijksfeest
Da’s nog een hele rel geweest
Een misje was je me wel waard
Geen koetsje met een paard
Meisje, meisje
Wat ging het gauw
Jij moest voor mij zijn
En ik voor jou!
De avond voor het huwelijksfeest
Zijn Pa en Ma weer langs geweest
En werd de huwelijkse plicht
Mij nog eens toegelicht
Ik riep: ‘Ik ga er echt vandoor!’
Je ouders juichten haast in koor
‘Dacht ik het niet’ en ‘Zie je wel’!
Het einde kwam toen snel
Meisje, meisje,
Wat ging dat gauw
Dit had geen toekomst
Voor mij en jou
Nee, ik ga nooit meer naar dat strand
Wie weet lig jij weer in dat zand
Zoek dan verkoeling in de zee
En neem vooral je ouders mee!